Ventilatie veertig jaar in ontwikkeling

Simpele ventilatiesystemen in de seriematige bouw; dat waren hoofdzakelijk de werkzaamheden van Bemar in de begintijd van het bedrijf. “Of nou, ‘simpel’ moet je misschien niet zeggen, maar de systemen bestonden uit een MV-box in combinatie met ventielen”, zegt Jan.

Van warmteterugwinning of zelfregelende roosters had in 1984 in elk geval nog niemand gehoord. “De ventilatiemarkt is ontstaan in het midden van de jaren 70”, blikt hij terug. “In de woningbouw zag je steeds meer inpandige toiletten. Daar moest toch wat frisse lucht naartoe.”

Het mechanisch afzuigen van toilet, badkamer en keuken werd snel gemeengoed. Op die manier ontstaat onderdruk in de woning, waarna verse lucht binnenkomt. “Dat hebben we met Bemar massaal toegepast in woningbouwprojecten voor met name grotere aannemers en grotere installateurs, als onderaannemer gespecialiseerd in ventilatie.”

Dat installatiebedrijven ventilatie gingen uitbesteden vindt Jan logisch. “Ik zeg het altijd heel simpel: lucht is iets anders dan elektriciteit, loodgieterswerk, sanitair en verwarming. Ook lucht is in de loop der tijd steeds meer een specialisme geworden.”

Dat ziet hij als de grootste verandering in die veertig jaar: het vak zelf. De groei van dat basale mechanische ventilatiesysteem met ventielen naar een keur aan ventilatiemogelijkheden vandaag de dag. Met sensoren voor vraagsturing, met warmteterugwinning – het aantal smaken is zeer uitgebreid. Vanaf midden jaren negentig onder meer geholpen door de regelgeving rondom de energieprestatie van gebouwen: eerst de EPC, inmiddels BENG.

“Ventilatie is vandaag de dag een noodzakelijk element om rekening mee te houden als je de energieprestatie van een gebouw wil halen”, concludeert Jan, “Gecombineerd met zaken als isolatie en glas. In het begin was warmteterugwinning een uitzondering, tegenwoordig kunnen we niet meer zonder.”

Dat heeft gevolgen gehad voor de benodigde vakkennis van de mensen die de systemen ontwerpen, berekenen en installeren. Jan: “Natuurlijk. We hebben ons als Bemar - en later ook met de andere werkmaatschappijen - helemaal vastgelegd op het beheersen van die markt en de ontwikkelingen in die markt. Wij zijn een van de bedrijven die zich dat allemaal eigen heeft gemaakt en de kwaliteit van de medewerkers dusdanig heeft geüpgraded dat ze meekunnen in de modernere markt. Daarvoor hebben we een goede samenwerking met fabrikanten.”

Kwaliteitshandboeken horen daarbij. “Dat begon redelijk eenvoudig”, zegt Jan, “Maar ook daar zijn allerlei eisen bijgekomen, zoals de maximale luchtsnelheid en geluidsoverdracht. We hebben de mensen in dienst die precies kunnen berekenen hoe en met welke kanaaldiameter je binnen de geluids- en luchtsnelheidsnormen kan blijven.”

Lucht is inmiddels een van de belangrijkste elementen van de installatiesector in Nederland. En Interduct is in die veertig jaar uitgegroeid van ventilatiespecialist in de seriematige woningbouw tot een bedrijvengroep met een alles-in-één concept, met onder meer een handelsmaatschappij, servicemaatschappij en renovatiemaatschappij. “Voor alles op het gebied van lucht kan je bij ons terecht”, besluit Jan.